Stromingsverslag 'De avonden'
a. i. Gerard van het Reve, De avonden
ii. Amsterdam, 1970, 20e
druk (1e druk 1947)
iii. 196 pagina’s
b. Psychologische roman
b. Psychologische roman
c. Samenvatting
I. Het is zondag, een
verloren dag. Joop komt even op bezoek, zonder de zieke Ina. Nadat hij ontdekt
dat Jaap Elderer niet thuis is, gaat Frits op bezoek bij Louis. Om kwart over
negen, als Louis naar bed gaat, keert Frits huiswaarts. Eenmaal thuis
aangekomen gaat hij uit verveling naar bed.
II. Maandag vertrekken Frits' ouders naar Haarlem. Samen met Joop en Ina gaat Frits naar het Berendgymnasium, dat 20 jaar bestaat. Frits voert een aantal onbenullige gesprekken en verveelt zich.
III. Ter ere van de eerste verjaardag van hun zoon, gaat Frits op bezoek bij Jaap en Joosje. Totdat Jaap thuiskomt verveelt Frits zich bij Joosje en twee oudere dames. Als Jaap thuiskomt, zeurt Frits eerst over haaruitval. Daarna maken ze grappen over een halfdronken man, die om elf uur binnenkomt, en over invalide mensen. Op het moment dat hij thuis komt heeft Frits' moeder een zenuwaanval.
IV. Eerste Kerstdag. Frits' ouders gaan weg. Lande bezoekt Frits en beschuldigt Maurits Duivenis ervan tweehonderd gulden van hem gestolen te hebben. Samen met Louis Spanjaard gaat hij vervolgens naar de bioscoop. 's Avonds gaat Frits naar Walter Graafse. Terwijl ze samen muziek maken, ligt er iemand, een verdieping hoger, op sterven. 's Nachts heeft Frits angstdromen.
V. Tweede Kerstdag. Frits' ouders gaan weer weg. Frits luistert naar muziek en voelt zich gelukkig. Als hij Maurits Duivenis in de stad tegenkomt, bekent hij dat hij de tweehonderd gulden heeft gestolen. 's Avonds bezoekt Frits Viktor, een student klassieke talen, en spreekt met hem over geestelijke afwijkingen bij mensen.
VI. Na zijn werk koopt Frits twee kaartjes voor de bioscoop. Door drukke werkzaamheden kan Viktor echter niet mee. Als Frits vervolgens bij Louis langsgaat, treft hij Viktor aan. Uiteindelijk verkoopt hij het tweede kaartje aan Maurits. Na de film praten ze na in de kamer van Maurits.
VII. Frits' moeder gaat naar Haarlem, waardoor hij samen met zijn vader moet eten. 's Middags gaat hij even naar bed. 's Avonds gaat hij samen met Jaap, Joosje en Viktor naar een café. Ze hebben het onder andere over de vakantie, kostgangers in de oorlog en de school die Frits niet afgemaakt heeft. De dronken Frits komt met veel hulp thuis. Nadat hij overgegeven heeft, valt hij in slaap.
VIII. 's Ochtends wordt Frits wakker met een kater. 's Middags gaat Frits naar Adelaar, de vader van Ina. Daar aangekomen blijkt dat Joop en Ina naar de schouwburg zijn. Als Frits weer thuis is, komen Joop en Ina langs. Frits plaagt Joop met zijn kaalheid. Hij gaat naar Bep Spanjaard, die last heeft van eczeem aan haar been. Ze vertelt over haar achtervolgingswaanzin uit de oorlog en geeft Frits een speelgoedkonijn, dat zijn troeteldier wordt. Thuis hebben vader en moeder ruzie.
IX. Samen met Jaap, Joosje, Bep en Eduard Hoogkamp gaat Frits naar de religieuze negerfilm De Groene Weiden. Voordat ze naar de nachtvoorstelling gaan, praten ze over ziekten en begrafenissen. De film maakt veel indruk op Frits. Hij gaat direct na afloop alleen naar huis, om te voorkomen dat de zinloze gesprekken met zijn vrienden afbreuk doen aan het effect van de film.
X. Oudejaarsdag. Frits viert oudejaarsdag thuis met zijn ouders. Frits ergert zich aan de eetgewoonten van zijn ouders en aan zijn moeder, die is opgelicht en vruchtensap heeft gekocht in plaats van wijn. Als het gesprek stokt, gaat Frits naar boven. Hij wil zijn konijn martelen, maar wordt geroepen door zijn moeder. Nog voor twaalf uur wil hij zijn vader vertellen hoe hij over hem denkt. Het lukt niet. Na twaalf uur gaat Frits naar zijn vrienden. Nergens wordt opengedaan. Op weg naar huis noemt Frits alle slechte eigenschappen van zijn ouders en vraagt God om vergiffenis voor hen. Uiteindelijk accepteert hij wat hem overkomt en is hij blij te leven.
II. Maandag vertrekken Frits' ouders naar Haarlem. Samen met Joop en Ina gaat Frits naar het Berendgymnasium, dat 20 jaar bestaat. Frits voert een aantal onbenullige gesprekken en verveelt zich.
III. Ter ere van de eerste verjaardag van hun zoon, gaat Frits op bezoek bij Jaap en Joosje. Totdat Jaap thuiskomt verveelt Frits zich bij Joosje en twee oudere dames. Als Jaap thuiskomt, zeurt Frits eerst over haaruitval. Daarna maken ze grappen over een halfdronken man, die om elf uur binnenkomt, en over invalide mensen. Op het moment dat hij thuis komt heeft Frits' moeder een zenuwaanval.
IV. Eerste Kerstdag. Frits' ouders gaan weg. Lande bezoekt Frits en beschuldigt Maurits Duivenis ervan tweehonderd gulden van hem gestolen te hebben. Samen met Louis Spanjaard gaat hij vervolgens naar de bioscoop. 's Avonds gaat Frits naar Walter Graafse. Terwijl ze samen muziek maken, ligt er iemand, een verdieping hoger, op sterven. 's Nachts heeft Frits angstdromen.
V. Tweede Kerstdag. Frits' ouders gaan weer weg. Frits luistert naar muziek en voelt zich gelukkig. Als hij Maurits Duivenis in de stad tegenkomt, bekent hij dat hij de tweehonderd gulden heeft gestolen. 's Avonds bezoekt Frits Viktor, een student klassieke talen, en spreekt met hem over geestelijke afwijkingen bij mensen.
VI. Na zijn werk koopt Frits twee kaartjes voor de bioscoop. Door drukke werkzaamheden kan Viktor echter niet mee. Als Frits vervolgens bij Louis langsgaat, treft hij Viktor aan. Uiteindelijk verkoopt hij het tweede kaartje aan Maurits. Na de film praten ze na in de kamer van Maurits.
VII. Frits' moeder gaat naar Haarlem, waardoor hij samen met zijn vader moet eten. 's Middags gaat hij even naar bed. 's Avonds gaat hij samen met Jaap, Joosje en Viktor naar een café. Ze hebben het onder andere over de vakantie, kostgangers in de oorlog en de school die Frits niet afgemaakt heeft. De dronken Frits komt met veel hulp thuis. Nadat hij overgegeven heeft, valt hij in slaap.
VIII. 's Ochtends wordt Frits wakker met een kater. 's Middags gaat Frits naar Adelaar, de vader van Ina. Daar aangekomen blijkt dat Joop en Ina naar de schouwburg zijn. Als Frits weer thuis is, komen Joop en Ina langs. Frits plaagt Joop met zijn kaalheid. Hij gaat naar Bep Spanjaard, die last heeft van eczeem aan haar been. Ze vertelt over haar achtervolgingswaanzin uit de oorlog en geeft Frits een speelgoedkonijn, dat zijn troeteldier wordt. Thuis hebben vader en moeder ruzie.
IX. Samen met Jaap, Joosje, Bep en Eduard Hoogkamp gaat Frits naar de religieuze negerfilm De Groene Weiden. Voordat ze naar de nachtvoorstelling gaan, praten ze over ziekten en begrafenissen. De film maakt veel indruk op Frits. Hij gaat direct na afloop alleen naar huis, om te voorkomen dat de zinloze gesprekken met zijn vrienden afbreuk doen aan het effect van de film.
X. Oudejaarsdag. Frits viert oudejaarsdag thuis met zijn ouders. Frits ergert zich aan de eetgewoonten van zijn ouders en aan zijn moeder, die is opgelicht en vruchtensap heeft gekocht in plaats van wijn. Als het gesprek stokt, gaat Frits naar boven. Hij wil zijn konijn martelen, maar wordt geroepen door zijn moeder. Nog voor twaalf uur wil hij zijn vader vertellen hoe hij over hem denkt. Het lukt niet. Na twaalf uur gaat Frits naar zijn vrienden. Nergens wordt opengedaan. Op weg naar huis noemt Frits alle slechte eigenschappen van zijn ouders en vraagt God om vergiffenis voor hen. Uiteindelijk accepteert hij wat hem overkomt en is hij blij te leven.
Stroming
'De avonden' van Gerard Reve past perfect in de
stroming 'het existentialisme. Deze stroming vond zijn oorsprong in de 18e
eeuw, maar kwam pas echt aan in de jaren '50, ook de tijd dat dit boek geschreven
is. De naam van de stroming is afgeleid van het engelse 'to exist', oftewel
'bestaan'. Dit slaat op de kern van de stroming: er zijn niet veel redenen
waarom mensen bestaan. Het is dus ook een zeer filosofische stroming -->
'Wat is het nut van het bestaan?', 'De saaiheid van het leven' etc. zijn steeds
terugkerende thema's.
De stroming is juist tot leven gekomen door de depressie na de Tweede Wereldoorlog: iedereen behoorde tot 'een grote massa' die in een dagelijkse sleur terecht kwam (na de tijd van spanning in de oorlog). De jongeren gingen zich van deze principes afzetten d.m.v protesten. In de literatuur van het existentialisme komt die 'saaiheid' van na de oorlog dus ook sterk naar voren, net als in 'de avonden'. Het verhaal gaat namelijk over een normaal persoon, Frits en zijn dagelijkse sleur. Er worden heel objectief en chronologisch (net als in de Nieuwe Zakelijkheid bijna) gebeurtenissen beschreven.
Maar het existentialisme zet zich af van de saaiheid: het doel is juist deze saaiheid te verbreken en het leven zin te geven. Elk mens moet dat zelf doen (individualisme) en is uniek. Ook moet elk mens zelf verantwoordelijk zijn voor zijn daden (en dus ook zijn lot).
De belangrijkste begrippen die bij het existentialisme horen zijn:
Individualisme en egocentrisme. Het verhaal gaat over Frits, die ik zelf een erg individualistisch en zelfs egocentrisch persoon vind. Zo spreekt hij erg netjes, terwijl zijn ouders daardoor de helft van wat hij zegt niet snappen (afzetten jongeren van oudere generaties af) en heeft hij overal zijn eigen mening over. Ook probeert hij zijn eigen angsten (de dood, lichamelijke gebreken) af te richten op bijvoorbeeld z'n broer Joop (die kaal is). Ten slotte vind ik hem een 'einzelgänger', hij is erg eenzaam, want échte vrienden heeft hij niet en zijn leven is erg saai.
Verveling en ergenis. Zoals hiervoor beschreven is Frits z'n leven erg saai. De boodschap van het boek is dus waarschijnlijk ook: 'word niet zoals Frits, word geen deel van de grijze menigte'. Deze saaiheid vind ik door het hele boek door 'lopen': Frits kijkt bijvoorbeeld constant op de klok (saaiheid, verveling). Ook ergert hij zich nog al aan de personen om hem heen. Bijvoorbeeld in het laatste hoofdstuk: hij ergert zich aan zijn moeder, die opgelicht is (druivensap i.p.v wijn), ook hier komt het afzetten van de oudere generatie af weer terug.
Het enige argument tegen de stelling dat dit boek existentialistisch is, zou kunnen zijn het keren tot God door Frits. Het existentialisme gaat juist uit van het menselijke individu. Maar naar mijn mening zijn er genoeg andere kenmerken, zoals hiervoor beschreven, om dit boek tot het existentialisme te rekenen. Er zijn altijd enkele uitzonderingen aan te wijzen.
De stroming is juist tot leven gekomen door de depressie na de Tweede Wereldoorlog: iedereen behoorde tot 'een grote massa' die in een dagelijkse sleur terecht kwam (na de tijd van spanning in de oorlog). De jongeren gingen zich van deze principes afzetten d.m.v protesten. In de literatuur van het existentialisme komt die 'saaiheid' van na de oorlog dus ook sterk naar voren, net als in 'de avonden'. Het verhaal gaat namelijk over een normaal persoon, Frits en zijn dagelijkse sleur. Er worden heel objectief en chronologisch (net als in de Nieuwe Zakelijkheid bijna) gebeurtenissen beschreven.
Maar het existentialisme zet zich af van de saaiheid: het doel is juist deze saaiheid te verbreken en het leven zin te geven. Elk mens moet dat zelf doen (individualisme) en is uniek. Ook moet elk mens zelf verantwoordelijk zijn voor zijn daden (en dus ook zijn lot).
De belangrijkste begrippen die bij het existentialisme horen zijn:
Individualisme en egocentrisme. Het verhaal gaat over Frits, die ik zelf een erg individualistisch en zelfs egocentrisch persoon vind. Zo spreekt hij erg netjes, terwijl zijn ouders daardoor de helft van wat hij zegt niet snappen (afzetten jongeren van oudere generaties af) en heeft hij overal zijn eigen mening over. Ook probeert hij zijn eigen angsten (de dood, lichamelijke gebreken) af te richten op bijvoorbeeld z'n broer Joop (die kaal is). Ten slotte vind ik hem een 'einzelgänger', hij is erg eenzaam, want échte vrienden heeft hij niet en zijn leven is erg saai.
Verveling en ergenis. Zoals hiervoor beschreven is Frits z'n leven erg saai. De boodschap van het boek is dus waarschijnlijk ook: 'word niet zoals Frits, word geen deel van de grijze menigte'. Deze saaiheid vind ik door het hele boek door 'lopen': Frits kijkt bijvoorbeeld constant op de klok (saaiheid, verveling). Ook ergert hij zich nog al aan de personen om hem heen. Bijvoorbeeld in het laatste hoofdstuk: hij ergert zich aan zijn moeder, die opgelicht is (druivensap i.p.v wijn), ook hier komt het afzetten van de oudere generatie af weer terug.
Het enige argument tegen de stelling dat dit boek existentialistisch is, zou kunnen zijn het keren tot God door Frits. Het existentialisme gaat juist uit van het menselijke individu. Maar naar mijn mening zijn er genoeg andere kenmerken, zoals hiervoor beschreven, om dit boek tot het existentialisme te rekenen. Er zijn altijd enkele uitzonderingen aan te wijzen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten