zondag 27 januari 2013

Stromingsverslag 'De avonden'


Stromingsverslag 'De avonden'


a. i. Gerard van het Reve, De avonden

ii. Amsterdam, 1970, 20e druk (1e druk 1947)

iii. 196 pagina’s
 b. Psychologische roman


c. Samenvatting

 

I. Het is zondag, een verloren dag. Joop komt even op bezoek, zonder de zieke Ina. Nadat hij ontdekt dat Jaap Elderer niet thuis is, gaat Frits op bezoek bij Louis. Om kwart over negen, als Louis naar bed gaat, keert Frits huiswaarts. Eenmaal thuis aangekomen gaat hij uit verveling naar bed.

II. Maandag vertrekken Frits' ouders naar Haarlem. Samen met Joop en Ina gaat Frits naar het Berendgymnasium, dat 20 jaar bestaat. Frits voert een aantal onbenullige gesprekken en verveelt zich.

III. Ter ere van de eerste verjaardag van hun zoon, gaat Frits op bezoek bij Jaap en Joosje. Totdat Jaap thuiskomt verveelt Frits zich bij Joosje en twee oudere dames. Als Jaap thuiskomt, zeurt Frits eerst over haaruitval. Daarna maken ze grappen over een halfdronken man, die om elf uur binnenkomt, en over invalide mensen. Op het moment dat hij thuis komt heeft Frits' moeder een zenuwaanval.

IV. Eerste Kerstdag. Frits' ouders gaan weg. Lande bezoekt Frits en beschuldigt Maurits Duivenis ervan tweehonderd gulden van hem gestolen te hebben. Samen met Louis Spanjaard gaat hij vervolgens naar de bioscoop. 's Avonds gaat Frits naar Walter Graafse. Terwijl ze samen muziek maken, ligt er iemand, een verdieping hoger, op sterven. 's Nachts heeft Frits angstdromen.

V. Tweede Kerstdag. Frits' ouders gaan weer weg. Frits luistert naar muziek en voelt zich gelukkig. Als hij Maurits Duivenis in de stad tegenkomt, bekent hij dat hij de tweehonderd gulden heeft gestolen. 's Avonds bezoekt Frits Viktor, een student klassieke talen, en spreekt met hem over geestelijke afwijkingen bij mensen.

VI. Na zijn werk koopt Frits twee kaartjes voor de bioscoop. Door drukke werkzaamheden kan Viktor echter niet mee. Als Frits vervolgens bij Louis langsgaat, treft hij Viktor aan. Uiteindelijk verkoopt hij het tweede kaartje aan Maurits. Na de film praten ze na in de kamer van Maurits.

VII. Frits' moeder gaat naar Haarlem, waardoor hij samen met zijn vader moet eten. 's Middags gaat hij even naar bed. 's Avonds gaat hij samen met Jaap, Joosje en Viktor naar een café. Ze hebben het onder andere over de vakantie, kostgangers in de oorlog en de school die Frits niet afgemaakt heeft. De dronken Frits komt met veel hulp thuis. Nadat hij overgegeven heeft, valt hij in slaap.

VIII. 's Ochtends wordt Frits wakker met een kater. 's Middags gaat Frits naar Adelaar, de vader van Ina. Daar aangekomen blijkt dat Joop en Ina naar de schouwburg zijn. Als Frits weer thuis is, komen Joop en Ina langs. Frits plaagt Joop met zijn kaalheid. Hij gaat naar Bep Spanjaard, die last heeft van eczeem aan haar been. Ze vertelt over haar achtervolgingswaanzin uit de oorlog en geeft Frits een speelgoedkonijn, dat zijn troeteldier wordt. Thuis hebben vader en moeder ruzie.

IX. Samen met Jaap, Joosje, Bep en Eduard Hoogkamp gaat Frits naar de religieuze negerfilm De Groene Weiden. Voordat ze naar de nachtvoorstelling gaan, praten ze over ziekten en begrafenissen. De film maakt veel indruk op Frits. Hij gaat direct na afloop alleen naar huis, om te voorkomen dat de zinloze gesprekken met zijn vrienden afbreuk doen aan het effect van de film.

X. Oudejaarsdag. Frits viert oudejaarsdag thuis met zijn ouders. Frits ergert zich aan de eetgewoonten van zijn ouders en aan zijn moeder, die is opgelicht en vruchtensap heeft gekocht in plaats van wijn. Als het gesprek stokt, gaat Frits naar boven. Hij wil zijn konijn martelen, maar wordt geroepen door zijn moeder. Nog voor twaalf uur wil hij zijn vader vertellen hoe hij over hem denkt. Het lukt niet. Na twaalf uur gaat Frits naar zijn vrienden. Nergens wordt opengedaan. Op weg naar huis noemt Frits alle slechte eigenschappen van zijn ouders en vraagt God om vergiffenis voor hen. Uiteindelijk accepteert hij wat hem overkomt en is hij blij te leven.

 

 

Stroming

 

'De avonden' van Gerard Reve past perfect in de stroming 'het existentialisme. Deze stroming vond zijn oorsprong in de 18e eeuw, maar kwam pas echt aan in de jaren '50, ook de tijd dat dit boek geschreven is. De naam van de stroming is afgeleid van het engelse 'to exist', oftewel 'bestaan'. Dit slaat op de kern van de stroming: er zijn niet veel redenen waarom mensen bestaan. Het is dus ook een zeer filosofische stroming --> 'Wat is het nut van het bestaan?', 'De saaiheid van het leven' etc. zijn steeds terugkerende thema's.

De stroming is juist tot leven gekomen door de depressie na de Tweede Wereldoorlog: iedereen behoorde tot 'een grote massa' die in een dagelijkse sleur terecht kwam (na de tijd van spanning in de oorlog). De jongeren gingen zich van deze principes afzetten d.m.v protesten. In de literatuur van het existentialisme komt die 'saaiheid' van na de oorlog dus ook sterk naar voren, net als in 'de avonden'. Het verhaal gaat namelijk over een normaal persoon, Frits en zijn dagelijkse sleur. Er worden heel objectief en chronologisch (net als in de Nieuwe Zakelijkheid bijna) gebeurtenissen beschreven.

Maar het existentialisme zet zich af van de saaiheid: het doel is juist deze saaiheid te verbreken en het leven zin te geven. Elk mens moet dat zelf doen (individualisme) en is uniek. Ook moet elk mens zelf verantwoordelijk zijn voor zijn daden (en dus ook zijn lot).

De belangrijkste begrippen die bij het existentialisme horen zijn:

Individualisme en egocentrisme. Het verhaal gaat over Frits, die ik zelf een erg individualistisch en zelfs egocentrisch persoon vind. Zo spreekt hij erg netjes, terwijl zijn ouders daardoor de helft van wat hij zegt niet snappen (afzetten jongeren van oudere generaties af) en heeft hij overal zijn eigen mening over. Ook probeert hij zijn eigen angsten (de dood, lichamelijke gebreken) af te richten op bijvoorbeeld z'n broer Joop (die kaal is). Ten slotte vind ik hem een 'einzelgänger', hij is erg eenzaam, want échte vrienden heeft hij niet en zijn leven is erg saai.

Verveling en ergenis. Zoals hiervoor beschreven is Frits z'n leven erg saai. De boodschap van het boek is dus waarschijnlijk ook: 'word niet zoals Frits, word geen deel van de grijze menigte'. Deze saaiheid vind ik door het hele boek door 'lopen': Frits kijkt bijvoorbeeld constant op de klok (saaiheid, verveling). Ook ergert hij zich nog al aan de personen om hem heen. Bijvoorbeeld in het laatste hoofdstuk: hij ergert zich aan zijn moeder, die opgelicht is (druivensap i.p.v wijn), ook hier komt het afzetten van de oudere generatie af weer terug.

Het enige argument tegen de stelling dat dit boek existentialistisch is, zou kunnen zijn het keren tot God door Frits. Het existentialisme gaat juist uit van het menselijke individu. Maar naar mijn mening zijn er genoeg andere kenmerken, zoals hiervoor beschreven, om dit boek tot het existentialisme te rekenen. Er zijn altijd enkele uitzonderingen aan te wijzen.

Stromingsverslag 'De stille kracht'


Stromingsverslag ‘De stille kracht’

 

a. i. Louis Couperus, De stille kracht

ii. Amsterdam, 1984 (1e druk 1900)

iii. 238 pagina’s

b. Psychologische roman

 

c. Samenvatting

Otto van Oudijck is resident in Laboewangi op Java. Als Nederlands bestuurder staat hij in deze hoedanigheid min of meer boven de lokale adel die haar oude machtspositie behoudt. Zijn werk is alles voor hem. Hij beseft dan ook niet dat zijn tweede vrouw Leonie hem achter zijn rug om bedriegt met Theo, zijn zoon uit zijn eerste huwelijk. Zijn dochter Doddy heeft stiekem een vriendje, Addy DeLuce, waarmee ze vaak 's avonds gaat wandelen. Wat Doddy en Otto echter niet weten, is dat Leonie ondertussen ook nog een relatie onderhoudt met Addy.

Otto heeft een aantal conflicten met het lokale bestuur. Bovendien negeert hij een aantal lokale gebruiken. Een pasar malam wordt op de verkeerde datum gehouden en voor een nieuwe put wordt verzuimd een offermaal te geven. Waarschuwingen uit de "geestenwereld" worden door Otto als bijgeloof afgedaan.

Een mysterieuze "stille kracht" doet zich gelden. Wanneer Leonie in bad gaat, wordt ze vanaf het dak op mysterieuze wijze bespogen met sirih. Ze raakt in paniek en haar inheemse dienstmeid Oerip moet haar kalmeren. En hier blijft het niet bij. Een spiegel wordt door een grote steen vernield, Otto’s bed wordt bevuild, glazen breken spontaan in kleine stukjes, de whisky is bedorven en er klinkt hamergeluid. Otto probeert een verklaring te ontdekken, maar vindt niets. Inmiddels horen andere Nederlanders kindergehuil.

Heel Laboewangi spreekt over de vreemde gebeurtenissen. Otto, wiens reputatie op het spel staat, zet nu soldaten in om het huis uit te kammen en laat de badkamer afbreken. Het hele huis wordt schoongemaakt en na een gesprek met de regent houden ook de mysterieuze verschijnselen op. Otto heeft het gevoel de zaken weer in de hand te hebben en voelt zich oppermachtig.

Maar de intriges gaan verder en verzieken Otto's familieleven. Hij wordt uiteindelijk ziek en begint te geloven dat er daadwerkelijk een "stille kracht" bestaat die heel wat sterker is dan hij. Leonie en beide kinderen vertrekken uiteindelijk naar Europa. Otto neemt ontslag en gaat een teruggetrokken leven leiden met een Indonesische vrouw. In een laatste gesprek met zijn kennis Eva Eldersma erkent Otto de stille kracht, die hem uiteindelijk heeft verslagen.

Stroming

 

De stille kracht behoort tot de stroming naturalisme en neo romantiek. Ik zal van beide stromingen kenmerken geven en vertellen waarom dit boek tot deze stromingen behoort.

Bij de naturalistische stroming ontstaat ook de psychologische roman. De romanfiguren worden niet alleen uitgetekend door hun handelingen en de daartoe leidende gedachten te tonen, maar als een complex van handelingen, gedachten en vooral gevoelens. Vaak worden in de boeken alle gebeurtenissen verklaard door erfelijkheid, milieu en tijd. Ook gaat het Naturalisme er van uit, dat het lot van de mens vastligt en dat elke poging aan dit lot te ontsnappen tot mislukking gedoemd is. Naturalistische verhalen zijn vaak somber en de hoofdpersonen zijn vaak zwaarmoedige figuren die een uitzichtsloos bestaan leiden. Het fatalisme speelt een belangrijke rol in het naturalisme. Het fatalisme is de gedachte dat er een lot is waar je je niet tegen kunt verweren.

Ook wordt er in naturalistische boeken vaak geschreven in een impressionistische stijl van gedetailleerde bepalingen en beeldspraken.

Het milieu is belangrijk in de stille kracht; Otto, Leonie en Eva raken in conflict met het milieu waarin ze leven en willen uiteindelijk alledrie weg van de plaats waar ze zich bevinden.

In het boek worden de gevoelens en gedachtes van hoofdpersonen uitvoerig beschreven. Het zijn eigenlijk allemaal vrij sombere figuren die niet een heel erg leuk leven leiden.

De noodlotsgedachte van het naturalisme is ook sterk aanwezig in het boek. Het besef van Otto dat hij niet zijn eigen leven kan bepalen, maar dat zijn leven wordt bepaald door het lot (de stille kracht) breekt hem.

Het schrijven in de impressionistische stijl is ook duidelijk te merken in het boek. Veel dingen worden heel uitvoerig beschreven met veel bijzinnen en moeilijke woorden, waardoor het soms zelfs een beetje onleesbaar werd.

 

Zoals ik net al schreef is dit boek ook toe te kennen aan de neoromantiek. De noodlotsgedachte die ik net noemde is namelijk ook een kenmerk van de neoromantiek. In de geval zelfs meer naar mijn mening, aangezien bij het naturalisme het lot werd gezien als iets binnen de mensen zelf en bij de neoromantiek meer als een bovennatuurlijke geheimzinnige kracht. Ik denk dat de stille kracht een mysterieuze bovennatuurlijke kracht is en niet iets binnen de mensen zelf, wat het dus meer neoromantisch maakt.

Thema's als eenzaamheid, verzet tegen de maatschappij en onvervulde verlangens zijn kenmerken van de neoromantiek. Deze drie thema's zijn ook zeer kenmerkend voor het boek; zo voelen Otto en Eva zich, ondanks iedereen om hen heen, behoorlijk eenzaam en menigmaal zelfs depressief. Het verzet tegen de maatschappij is het meest duidelijk te zien bij Otto Van Oudijck en wellicht bij zijn zoon, Theo. Otto is een rechtschapen man met een goed hard en een passie voor zijn werk als resident in Laboewangi. Hij heeft absoluut het beste voor met het land waar hij leeft en haar bevolking, maar zodra íets hem niet bevalt -zoals het gedrag van het lokale bestuur- zal hij dat zeker niet laten liggen. Bij zijn zoon is het thema meer als iets symbolisch op te vatten; zijn haat jegens zijn vader, en zijn verzet tegen zijn vaders 'huiselijk bewind' maken hem een karakter die degelijk binnen dit thema past. De onvervulde verlangens zijn het meest waarneembaar bij Leonie, maar zijn bij alle drie de hoofdpersonen goed aanwezig. Leonie verlangt naar een hoop mannen en heeft dan ook een aantal buitenechtelijke relaties. Otto verlangt naar een gezellig gezin met een huiselijke sfeer, maar ook om gepassioneerd door te werken en daarmee wellicht hogere functies te bemachtigen. Eva verlangt naar Nederland en vindt het maar niks in Indonesië.

Een ander kenmerk van de neoromantiek is dat het zich afspeelt in exotische streken. Java lijkt mij duidelijk een exotische streek.

 

Stromingsverslag 'Bint'


Stromingsverslag ‘Bint’

 

a. i. Ferdinand Bordewijk, Bint

ii. ’s-Gravenhage, 1984, 22e druk (1e druk 1934)

iii. 79 pagina’s

b. Psychologische roman

 

c. Samenavtting

 
Het begint op een sombere ochtend in november. Een nieuwe leraar meldt zich op de school van Bint. Het is De Bree, hij zal voor het hele jaar invallen voor een andere docent die is weggepest. Het is zijn eerste baan als leraar en hij is niet van plan om langer dan noodzakelijk te blijven.

 
Als hij Bint ontmoet heeft hij gelijk groot ontzag voor de man met de stalen tucht. De school is berucht geworden in de stad en laat al drie jaar lang geen leerlingen meer toe, omdat er al veel geruzied is door ouders over Bints strenge regime. Maar Bint is onbuigzaam en zet zijn wil door, met als gevolg dat er alleen nog maar vierde- en vijfdeklassers over zijn.

 
Het eerste uur moet De Bree les geven in 4D, een klas die Bint persoonlijk heeft samengesteld. De Bree noemt deze klas consequent 'de Hel' en de leerlingen van 4D worden ook steeds als monsterlijke dieren beschreven. Vanaf het begin is het duidelijk voor De Bree dat deze klas 'een meesterwerk in wording' is, en zijn onverdeelde aandacht nodig heeft, elke verslapping zou fataal kunnen zijn voor het volgroeien van 'Bints monsters'.

 
Met de drie andere klassen heeft De Bree weinig moeite. De eerste klas typeert hij als “de bloemenklas” en de leerlingen als "planten" of "bloemen". De tweede klas noemt hij “de bruinen”, een zeer leergierige klas. De derde is ijverig, maar kleurloos. Daarom noemt De Bree hen “de grauwen”.

 
Na een slecht kerstrapport pleegt een van de leerlingen, Van Beek, zelfmoord. Bint voorspelde al dat dit zou gebeuren, maar greep niet in. Hierdoor ontstaat een oproer, maar dat wordt neergeslagen door de Hel, geïnstrueerd door Bint. Ook een opstand door tegenstanders van Bint wordt door hen neergeslagen en de tegenstanders worden van school gestuurd. De school is nu volledig gezuiverd. Ook voor De Bree, want Jérôme Fléau is ook van school gegaan.

 
Met de schoolreis gaat De Bree mee met de helft van de Hel. Twee leerlingen worden gestraft omdat ze tegen de instructies in, toch hun eigen gang gaan.

 
Aan het eind van het jaar besluit De Bree toch te blijven, ondanks zijn voornemen na een jaar weg te gaan. Maar Bint is weg. De dood van Van Beek had hij zich toch aangetrokken. Zo blijkt dat zelfs Bint niet is opgewassen tegen zijn eigen regime. De Bree wilde hem nog eens opzoeken, maar hij werd aan de deur geweigerd.

 
4D is inmiddels 5C. Examenklas. Hoewel de klas het probeerde geeft De Bree niet toe en is er nog steeds oorlog.

 

Stroming

 

Bint past in de stroming ‘nieuwe zakelijkheid’. Deze stroming is in Duitsland ontstaan in de jaren ’20 rond het Bauhaus, een opleidingsschool te Weimar voor schilder- en beeldhouwkunst, architectuur, kunstnijverheid en fotografie. De mensen daar vonden functie belangrijker dan de vorm (functionalisme). Er werden daar dingen ontworpen die wij nu nog gebruiken, zoals hoogbouw met voornamelijk glas aan de buitenkant, vuurvast glaswerk, roestvrijstalen bestek enzovoort.

In de literatuur waren kenmerken van deze stroming nuchtere schrijfstijl met korte zinnen en geen versieringen of uitvoerig taalgebruik. Nog wat kenmerken zijn dat er weinig emoties werden beschreven en er niet veel informatie om de kern werd gegeven; er moest ‘gewoon’ gezegd worden wat er gezegd moest worden. Ook eerbied voor gewone dingen zoals de natuur en kritiek op de maatschappij (voor op het opkomende fascisme) zijn kenmerken van de nieuwe zakelijkheid.

Deze kenmerken zijn goed terug te vinden in Bint. Er worden veel korte zinnen gebruikt en er worden vrijwel geen karakters van personages beschreven. Ook wordt er niet echt geschreven over emoties. Respect voor alledaagse dingen is terug te vinden in De Bree. Vooral tijdens het schoolreisje zie je dat hij respect heeft voor de natuur.

Kritiek op de maatschappij is natuurlijk te terug te zien in het strenge regime van Bint. Bordewijk kreeg na het verschijnen van het boek kritiek uit met name de linkse hoek dat hij de stalen tucht van Bint zou verheerlijken. Veel mensen denken echter dat Bordewijk met zijn boek wilde waarschuwen voor het opkomende fascisme.