donderdag 31 mei 2012

Leesverslag De passievrucht


Leesverslag De passievrucht



1. a De passievrucht, Karel Glastra van Loon

Uitgeverij L.J. Veen Amsterdam/Antwerpen, oktober 2000, 19e druk 1e druk, april                                                   1999         

       238 pagina’s

    b Roman

    c

Samenvatting

Armin Minderhout hoort, nadat hij en zijn vriendin Ellen een medisch onderzoek zijn ondergaan, dat hij al heel zijn leven onvruchtbaar is. Hij kan dus niet de vader zijn van zijn dertienjarige zoon, Bo. Dit komt als een grote schok voor Armin en het gooit zijn hele leven overhoop. Wat er ook nog bij komt, is dat hij niet aan de moeder van Bo kan vragen wie de echte vader is, de ‘dader’. Zij, Monika, is namelijk al tien jaar geleden gestorven aan een hersenvliesontsteking. Armin weet zich geen raad, evenals zijn nieuwe partner Ellen, destijds Monika’s beste vriendin. Hij besluit het voor Bo te verzwijgen, totdat hij weet wie de ware verwekker van zijn zoon is. Armin praat vaak met Dees, zijn beste vriend, in een kroeg over zijn problemen en over biologie.
Armin kan niet leven met vragen als: ‘Waarom’, ‘wie’, ‘hoe’, ‘waar’ en ‘genoot ze ervan’? Hij gaat op zoek naar de biologische vader en gaat de confrontaties met mogelijke ‘daders’ aan. Alsof het nog allemaal niet genoeg is, verslechtert de relatie tussen hem en Ellen. Ze zullen nooit samen kinderen kunnen krijgen. Dan besluit Armin Ellen een tijdje te verlaten en alleen met zijn ‘zoon’ op vakantie naar Ameland te gaan om tot rust te komen. Ameland roept veel herinneringen op bij Armin. Hij ging daar vaak heen samen met Monika. Bo is dol op Ameland en haar natuur, net als Armin. Maar daar krijgen ze zo’n knallende ruzie dat Armin het uiteindelijk toch allemaal aan Bo vertelt. Op een heel tactlose manier.
Wanneer Armin en Bo weer terug zijn van Ameland, overlijdt de vader van Armin. Als Armin het huis van zijn vader opruimt komt hij een briefje van Monika tegen waarop staat: ‘Ik ben zwanger’. Dit zegt genoeg voor Armin. Daarna geeft Ellen een brief aan Bo van Monika waarop staat wie zijn echte vader is. Ellen heeft het dus al die tijd geweten.
Door deze verhaallijn loopt een tweede. Deze vertelt het leven van Armin met Monica voor haar dood. Armin verteld hoe ze hun zoontje Bo kregen en hem opvoedden. Ook verteld hij van haar dood en de eerste weken daarna. De tweede verhaallijn  bestaat dus uit flashbacks.



2. Waarom dit boek?

Ik ben dit boek gaan lezen omdat ik van veel mensen hoorde dat ze dit boek hadden gelezen en omdat mijn ouders het me hadden aangeraden.



3. Thema en motieven

Het thema is bedrog. Dit thema komt het duidelijkste naar voren in het boek. In het boek bedriegen best wat mensen anderen. Het hele verhaal draait hierom, ook wel belangrijk is de liefde. Het motief is de drang om te weten wie de biologische vader is.







4. Beoordeling

a. schrijfstijl:

Karel Glastra van Loon heeft een heldere schrijfstijl. Hij gebruikt geen overdreven moeilijke taal en daardoor blijft het verhaal duidelijk. Sommige hoofdstukken begonnen met een flashback en kon ik in het begin even niet plaatsen, maar als ik  doorlas snapte ik het weer.



b. inhoud:

- Ruimte

De ruimte waar het verhaal zich voornamelijk afspeelt is Amsterdam. De plaats waar Armin samen met Ellen en Bo woont. Toen Monika nog leefde woonde zij hier ook. Een deel van het verhaal speelt zich af op het waddeneiland Ameland. Ook speelt een deel van het verhaal zich af in het café waar Armin altijd met Dees komt, in het huis van Niko Neerinckx en het ‘’nederige stulpje’’ van Robbert, een oude vriend.

- Vertelperspectief  

Het verhaal is geschreven in een ik-perspectief. Je leest het verhaal door de ogen van Armin, de hoofdpersoon. Je komt zo direct in aanraking met zijn gevoelens, gedachten en zijn visie op de dingen die hij meemaakt.



5. Eindoordeel

a. oordeelbalk:










Ik vind het een erg goed boek. Het leest makkelijk en je wordt goed meegesleept in het verhaal. Daardoor snap je ook heel goed waarom Armin zo gek wordt. Glastra van Loon heeft een helder taalgebruik waardoor het makkelijk leest. Het boek heeft ook niet voor niks de Generale Bank Literatuurprijs gewonnen in 1999.



b. terugkoppeling aan 2:

Het boek heeft mijn verwachtingen waargemaakt. Ik vond het een goed boek dat wel indruk op je maakt, omdat de schrijver je goed meeneemt naar zijn verleden dan helemaal gek wordt.































Joris Logeman 5D

zondag 27 mei 2012

Recensievergelijking Komt een vrouw bij de dokter


Recensievergelijking Komt een vrouw bij de dokter

Standaard
Kluun, Komt een vrouw bij de dokter
Amsterdam, 2007, eerste druk 2003
312 blz
Roman



Korte inhoudsbeschrijving
Stijn houdt van het leven en het leven houdt van hem. Hij heeft een eigen zaak, een prachtige dochter en een prachtige vrouw. Dat hij af en toe van andere vrouwen geniet hoeft zijn Carmen niet te weten. En bovendien, zijn hart is van Carmen, dus wat maakt het uit. Hij is on top of the World. Hij heeft het gemaakt. Maar dan krijgt Carmen borstkanker. Zijn wereld stort in. Carmen en Stijn komen terecht in een rollercoaster van ziekenhuis in, ziekenhuis uit, chemokuren en bestraling. Maar hij is er voor haar. Altijd. Hoe vreselijk moeilijk dat ook is. Tussen de chemo's door doen ze of er niks aan de hand is. De Vrijdagse Stapavondjes van Stijn worden snel weer in ere hersteld. Hij vlucht in drank, drugs en uitgaan. En dan is er Roos. Zomaar. Onaangekondigd staat ze tijdens carnaval voor zijn neus. Ze wordt zijn kankervrije oase, waar hij de kilte van thuis even kan vergeten. Wat hij nooit voor mogelijk had gehouden, gebeurt; hij wordt verliefd. Verslaafd zelfs, aan Roos. Elke vrije minuut wil hij bij haar zijn. Zijn leven wordt een chaos, iedereen vraagt aandacht, het kantoor moet door, zijn vrouw gaat dood. Stijn moet nú een keuze maken.



Het boek is prettig geschreven. Er worden korte duidelijke zinnen gebruikt die het lezen vergemakkelijken. Op deze manier is het verhaal goed te volgen en blijf je geboeid. De tijd verloopt chronologisch en tussen de eerste en laatste bladzijde verloopt ongeveer 2,5 tot 3 jaar. Het verhaal is verdeeld in 3 delen en een epiloog.  Deel I heet Stijn & Carmen, Deel II Stijn & Carmen en Stijn en Roos, deel III Carmen. Het is geschreven in de ik-vorm en heel het boek lang bekijk je de situatie door de ogen van 1 persoon, namelijk Stijn. De bedoeling van het boek is om je te laten zien hoe kanker het leven van mensen overhoop kan halen. Het bijzondere aan dit boek vond ik dat hoe slecht het vreemdgaan van de hoofdpersoon ook is, je het toch op de één of andere manier begrijpt, omdat je oprecht medelijden met hem krijgt.



Recensie I – Daan Stoffelsen, 20 april 2005

Komt een vrouw bij de dokter…

… krijgt ze te horen dat ze nog maar een paar maanden te leven heeft. Dat is Komt een vrouw bij de dokter in een notendop. Het begint als een grap, maar het pakt behoorlijk ernstig uit. Het leven van Stijn wás een grap: superbaan in de marketing, samen met Carmen ‘het gelukkigste stel van het westelijk halfrond en omstreken’, vader van Luna – zijn ‘zonnetje’ – en een dwangmatig vreemdganger. Type ongelooflijke klootzak met te veel mazzel. Carmen wist wel dat hij vreemdging toen ze voor hem koos, maar dat hij dat zou blijven doen? Sinds het een keertje was uitgekomen en ze toch niet zo tolerant was gebleken, hield hij zijn avontuurtjes maar geheim. En nu had ze borstkanker en niet lang meer te leven.

Kluun – Raymond van Klundert voor de belastingsdienst – heeft veel ervan zelf meegemaakt. Hij was een marketingmannetje, zijn vrouw overleed aan kanker, en om te vergeten is hij gaan feesten. Eenmaal tot bezinning gekomen heeft hij Komt een vrouw bij de dokter geschreven, waarmee hij in 2003 debuteerde, en ijzersterk debuteerde mag ik wel zeggen. Kluun beschrijft het sterven van een sterke vrouw en het leven van een zwakke man, en hoe dat toch samen kan gaan. Hoe een liefde blijft bestaan ondanks de kanker en het vreemdgaan.
Dat laatste heeft Stijn vooral te danken aan Carmens grote hart, maar eerlijk gezegd wekt de klootzak ook sympathie op. Waar lotgenoten van Stijn in het boek hun zieke vrouwen alleen achterlaten, blijft hij een goede vader voor zijn kind, gaat hij steeds mee naar het ziekenhuis. Stijn ís er voor Carmen.
Dat een plot met zulke uitersten, met zoveel grond voor controverse niet soapachtig of pathetisch wordt, is voor een groot deel te danken aan de manier waarop de auteur z’n karakters neerzet. Kluun maakt zijn hoofdpersoon schuldbewust en diens eega onverwoestbaar vrolijk en geestig. En nergens is de relativering ver weg, culminerend in de verwijzingen naar het rijke verleden van Ajax. De thuiskomst op de dag van het telefoontje – ‘Ik zit in het ziekenhuis en ze zijn bang dat het niet goed is.’ (p. 18) – is Stijn ‘zenuwachtig, wat [hem] voor het laatst gebeurde in 1995, toen Ajax in de laatste minuten de 1-0 moest vasthouden tegen AC Milan.’ (pp. 21, 22. Met in een noot de opstelling.) Maar als het er echt op aankomt dan is Kluun niet leuk of licht, maar sober. Kluun kan doseren.






Recensie II – Arie Storm, 22 oktober 2003



Kluun, de auteur van de zojuist verschenen roman Komt Een Vrouw Bij De Dokter, drukt me weer met de neus op de feiten. Hij doet dat in zowel rauwer als oubolliger proza dan Jansen en Pröpper indertijd schreven. Alles komt voorbij: de onhandig diagnosticerende artsen, de chemotherapiën, de morfine als pijnstiller in de laatste dagen, de kaalhoofdigheid, het amputeren van een borst, het onvermijdelijke einde, de euthanasie en het afscheid.

Rauw is Kluun doordat hij onomwonden de dingen bij de naam noemt en niets voor ons lijkt achter te houden. Oubollig is hij omdat hij niet zo goed kan schrijven en zijn roman nergens literaire schwung krijgt. Kluun schrijft in dat kindertoontje dat typerend is voor de auteurs die verbonden zijn aan uitgeverij Podium. In de boeken van die uitgeverij fleuren mensen op of horen ze zichzelf iets vragen; ze vragen dit dan aarzelend, ze zuchten diep voordat ze zich aan een naar karwei zetten; ze vatten met een krachtig uitgesproken ‘godverdomme’ een situatie kernachtig samen; en tot slot vliegen de flauwe grappen je met tientallen om de oren. Het is de machteloze literaire taal van een twaalfjarige – de Giphartschool, zeg maar.

Dit oubollige proza, waar Kluun zeer bedreven in blijkt te zijn, wordt nóg minder te genieten, omdat er ook nog eens van de nodige aanstellerij sprake is. Daarmee bedoel ik niet te zeggen dat iemand niet mag klagen als er een geliefde van hem of haar sterft. De aanstellerij uit zich bij Kluun in zoiets imbeciels als het gegeven dat hij gebruik maakt van zogenaamde wramples, een door hemzelf bedachte term (prompt trots ‘Kluuniaans’ genoemd), waarmee niet meer wordt gezegd dan dat Kluun verdomd vaak tekstfragmenten uit popliedjes –met bronvermelding – citeert.

Een vervelend idee: je krijgt van de dokter te horen dat je binnen afzienbare tijd doodgaat en je weet dat je die laatste maanden van je leven moet delen met iemand wiens referentiekader niet verder gaat dan tekstfragmenten uit liedjes van De Dijk: ‘Dan wil ik dansen, dansen, dansen/dansen op de vulkaan’. Oprotten, zou ík zeggen, maar dat zegt Carmen niet tegen haar Stijn.

Want zo heten de hoofdpersonen in dit autobiografische boek: Carmen en Stijn. Kluun is de schrijver ervan, maar uit de reclamecampagne die het boek begeleidt (te weten een nieuwsbrief van Kluun zelf op internet) moeten we opmaken dat Kluun eigenlijk Stijn is en dat Carmen echt dood is (‘een gevoelig onderwerp’) en dat Kluun is achtergebleven met hun schattige klein dochtertje dat, hoewel het nog niet eens kan lezen, op het internet al een van de vroegste reacties op haar vaders werk geeft: ‘Ik weet zeker dat het een mooi boek wordt. Mijn papa is schrijver.’ Aldus Eva van de Klundert, kleuter en dochter van Kluun. U ziet nu ook waar zijn schrijversnaam vandaan komt, maar dit terzijde. Vierjarige (?) Eva heeft er (nog) niet zoveel verstand van: het grote probleem is juist dat Kluun géén schrijver is.

Wat Kluun wel is weet ik niet. Hij heeft, getuige zijn nieuwsbrief, ‘talloze bevriende professionals uit de wereld van de marketing, reclame en muziek’ – beter een bevriende professional dan een goed buur, zeg ik altijd maar. De Stijn uit het boek is in ieder geval een enorme eikel, die zijn ordinaire overspel (o ja, dat vergat ik nog te zeggen, Stijn houdt wel van de vrouwtjes) presenteert als een aandoening waar de kanker die in het lichaam van zijn vrouw voortraast bleekjes bij afsteekt. In de wereld van Stijn zit het zo: Carmen lijdt aan kanker en Stijn aan monofobie. Dat laatste woord is weer ‘Kluuniaans’, zoals Kluun zelf trots uitlegt (de man is een genie), en betekent: ‘Ziekelijke angst voor een monogaam leven, met als gevolg een dwangmatige behoefte tot vreemdgaan.’ Je zult er maar mee behept zijn.

Oktober is wereldwijd borstkankermaand, schrijft Kluun in zijn nieuwsbrief. Op de zestiende, de dag dat de presentatie van zijn boek plaatsvindt, dat was dus gisteren, wordt er niets weggegeven. Kluun: ‘Sterker nog: we willen dat mensen boeken kopen. Van alle boeken die op de zestiende gekocht worden, stort ik mijn volledige royalty-inkomsten in een bus van de Nederlandse Kankerbestrijding/KWF. Joost Nijsen, uitgever van Podium, doet hetzelfde met zijn brutomarge.’

Verstandiger is om het boek gewoon helemáál niet te kopen en het volledige bedrag dat je op die manier overhoudt meteen in zo’n bus te stoppen.

Dat ga ik doen.

En van die Kluun wil ik nu verder niks meer horen.



Bron






Eigen mening

Ik snap niet dat Arie Storm zo’n recensie heeft kunnen maken. Ik vind Komt een vrouw bij de dokter namelijk een heel mooi boek. Uitspraken als: ‘’Rauw is Kluun doordat hij onomwonden de dingen bij de naam noemt en niets voor ons lijkt achter te houden. Oubollig is hij omdat hij niet zo goed kan schrijven en zijn roman nergens literaire schwung krijgt.’’ Ik vind het juist goed dat er niks wordt achter gehouden. Hierdoor wordt je ontzettend meegesleept in het verhaal en wordt er niks mooier gemaakt dan het is. Het is een mooi en oprecht boek. De hoofdpersonen worden zo levendig beschreven dat je medelijden krijgt met Stijn en hem zelfs een beetje begint te begrijpen. Zoals Daan Stoffelsen zei: ‘’Kluun maakt zijn hoofdpersoon schuldbewust en diens eega onverwoestbaar vrolijk en geestig’’. Wat het boek zo bijzonder maakt, is dat er ondanks alles ellende minstens zo veel te lachen valt. Ik vond het heel prettig geschreven en het verhaal heeft me constant geboeid. Ik ben het dan ook volledig met Daan Stoffelsen eens dat Komt een vrouw bij de dokter een ijzersterk debuut is geweest van Kluun.


Samenvatting Spoorloos


Samenvatting ‘Spoorloos’



Rex en saskia zijn op weg naar hun vakantiebestemming in Frankrijk. Als ze bij een tankstation stoppen, gaat Saskia binnen wat te drinken kopen, terwijl Rex bij de auto wacht. Saskia komt echter niet meer terug en Rex wordt ongerust. Hij gaat rondvragen of iemand haar heeft gezien of waar ze heen is, maar niemand weet dat. Drie jaar later is Rex weer in Frankrijk (met een nieuwe vriendin) en zit hij op een terrasje in de buurt bij het tankstation waar Saskia was gekidnapt, omdat hij een briefje had gekregen waar opstond dat hij daar dan moest zijn. Hij heeft op dat moment al vier keer eerder zo’n briefje gekregen. De ontvoerder en moordenaar van Saskia is daar ook, maar dat weet hij dan nog niet. Hij heeft wel het gevoel dat de ontvoerder van Saskia er is. Hij doet een oproep op tv naar de moordenaar van Saskia, omdat hij per se wil weten wat er met Saskia is gebeurd. Hij doet deze oproep nu pas, omdat hij dezelfde droom had als zijn vriendin de nacht voordat ze verdween. Saskia droomde toen dat ze elkaar zouden ontmoeten in het heelal, allebei opgesloten in een gouden ei. Als Rex weer in Nederland is, is de moordenaar van Saskia (Raymond Lemorne) naar zijn huis gekomen. Hij zegt dat hij de man is die Rex zoekt en dat hij hem alles zal vertellen als hij meegaat naar Frankrijk. Rex gaat mee, want hij wil per se weten wat er met Saskia gebeurd is.



Het blijkt dat Raymond al langer had gepland om iemand te ontvoeren. Hij had allerlei berekeningen gemaakt van hoelang het verdovingsmiddel zou werken en hoelang hij onderweg zou zijn. Hij had het plan om zijn trailer op een parkeerplek te zetten op het tankstation en dan hulp te vragen aan een vrouw bij het aankoppelen van de trailer, zodat de vrouw dan bij hem in de auto zou stappen. Ook had hij geoefend met Engels om dat te vragen. Hij had al meerdere malen geprobeerd om een vrouw op die manier in zijn auto te krijgen, maar dat lukte niet. Toen bedacht hij dat hij z’n arm en hand in het gips moest doen, zodat mensen eerder zouden geloven dat hij hulp nodig zou hebben. Op het tankstation raakte Saskia aan de praat met Raymond. Saskia zag dat hij een mooie sleutelhanger had en zei dat zij er ook zo een zou willen. Raymond zei dat hij die in zijn auto had en die dingen verkocht. Saskia ging bij Raymond in de auto zitten, en toen verdoofde hij haar.



Als Raymond en Rex stoppen bij het tankstation waar Saskia was ontvoerd, zegt Raymond dat hij iets moet opdrinken met slaapmiddel erin en dat hij er dan achter zal komen wat Saskia heeft doorgemaakt. In eerste instantie wil Rex dat niet, maar door zijn nieuwsgierigheid doet hij het toch. Hij valt in slaap. Als hij wakker wordt ligt hij in een kist begraven onder de grond. Hij weet dan wel wat er met Saskia gebeurd is maar gaat zelf ook dood.